“Oehoee. Oehoee,” Tom Hennemann wisselt een diep stemgeluid met een hogere toon af. “Maar de oehoe’s zelf doen het natuurlijk veel mooier,” lacht hij. Tom is Gebietsbetreuer van de Alpenrand in de Ostallgäu. Wat dat precies betekent, daar praten we later nog over. En er zullen ook nog een aantal vogelgeluiden aan bod komen. Tom begint zijn werkdag met het ophangen van nieuwe informatieborden en ik mag een dag met hem meelopen.
Winterborden wijzen de weg in beschermde natuur
Er zijn nieuwe winter-informatieborden en Tom wil ze graag zo snel mogelijk ophangen. Daarom rijden we eerst naar het Achtal tussen Pfronten en het Tannheimer Tal. Op de borden zijn de beschermde en gesloten gebieden rondom de bergen Breitenberg en Aggenstein te zien. “In de winter is het bijzonder belangrijk om uit de buurt van het habitat van wilde dieren te blijven,” legt Tom uit, “Voor wilde dieren is rust in de winter cruciaal” Met zijn wandelstok tekent hij een simpele grafiek in de sneeuw: een lijn voor de energiereserve die het dier heeft opgebouwd in de maanden voor de winter en een lijn voor het energiegebruik in de winter. “Als een dier schrikt en vlucht, heeft het plotseling veel meer energie nodig.” Hij tekent een piek in de energieverbruik-lijn, “Als dat te vaak gebeurt, kan dit zelfs tot de dood leiden.” Het is daarom belangrijk op de paden te blijven, tochten overdag te maken en de leefgebieden te vermijden. Als je niet Tom Hennemann heet, weet je misschien niet precies waar de dieren zich in de winter schuilhouden. En daarom worden er in de winter speciale ‘Schutz- und Schongebiete’ aangewezen, die je tijdens je tocht moet vermijden. Daarom hangen er bij populaire routes grote informatieborden.
Rot en dood hout als basis van nieuw leven
Als onze eerste taak van vandaag erop zit, gaan we naar het Faulenbacher Tal, dat zich tussen Bad Faulenbach en de Alatsee in Füssen bevindt. We lopen eerst een rondje rond de Alatsee. Tom wijst me op een beukenboom met rotte plekken. Die boom is volgens hem net zo belangrijke als de gezonde zilverspar die ernaast staat. “Zo’n boom is de basis van nieuw leven,” zegt Tom. Spechten kunnen in rotte boom makkelijker een nest bouwen en verder wemelt het van het leven dat we soms niet eens met het blote oog kunnen zien: kevers, wormen, eencelligen, paddenstoelen… En die zorgen er weer voor dat andere diersoorten hier voorkomen, zoals boomklevers, kortsnavelboomkruipers en kleine vliegenvangers. Tom komt in actie als hij een boom ziet die tekenen heeft die erop wijzen dat de boom van binnen rot is of de leefruimte van bijvoorbeeld een specht geworden is. Dan gaat hij in gesprek met de eigenaar van het grondstuk om te vragen of hij bereid is deze boom te laten staan. “In ruil daarvoor kan de eigenaar een schadevergoeding krijgen, want het is in ons aller belang dat die boom blijft staan,” legt Tom uit.
Zorgdrager van de natuur
Informatieborden ophangen, op zoek naar de leefruimte van wilde dieren, praten met mensen: het zijn slechts een aantal van de taken die Tom Hennemann uitvoert als Gebietsbetreuer. “Al mijn taken hebben te maken met biodiversiteit,” vertelt Tom. “Daar horen de registratie van soorten, de beoordeling van hun toestand en het bedenken en de uitvoering van maatregelen bij. Vervolgens ben ik in contact met alle betrokken partijen, zoals de relevante overheidsinstanties en toeristische organisaties, zodat er draagvlak voor de maatregelen is. En tot slot is ook public relations en informeren een deel van mijn takenpakket.”
Zo’n buitendag als vandaag is dus zeker niet de regel en Tom geniet ervan. “Het is een droombaan. Alles wat ik hiervoor heb geleerd, kan ik toepassen,” vertelt hij terwijl we langs de oever van de Alatsee lopen. Zijn jeugd bracht Tom door op een boerderij in Niederbayern en een alm in Berchtesgadener Land. Hij studeerde bosbouw, had jarenlang een planningsbureau en maakte – toen hij merkte dat hij niet voor kantoorwerk gemaakt is – een carrièreswitch tot beroepsjager. En ook niet onbelangrijk: Tom is gepassioneerd bergsporter. “Ik ken verschillende facetten van de natuur en kan verschillende standpunten begrijpen,” legt Tom uit.
Met alle zintuigen door de natuur
Bij een kronkelige boom blijft Tom staan. “Dit is een bijzondere boom. Hoe weten we welke boom dit is?” Zonder blad of vruchten aan de boom, is dat in de winter nog best een uitdaging. Ik pak twee soorten bladeren van de bodem. Dat het geen beuk is, zie ik aan de bast. Dus hoort het andere blad bij deze boom. Aan de kant van de nerven is het een beetje stoffig wit. “Dat vertelt mij dat het de meelbes is. Die komt vooral op kalrijke, droge bodems zoals hier voor,” legt Tom uit. “Deze boom heeft geen enkele economische betekenis, maar voor de biodiversiteit is hij belangrijk.” Volgens Tom kun je niet zeggen welke soort belangrijker is: in de natuur hangt alles samen.
Feit is dat de biodiversiteit al jaren achteruit holt en het voor een leefbare wereld belangrijk is om dat tegen te gaan. “Bescheidenheid en nederigheid,” zegt Tom, “Dat is wat we nu nodig hebben. De luxe waarin we nu leven, is niet houdbaar.” Hij is ervan overtuigd dat wie zich met alle zintuigen door de natuur begeeft, precies weet wat goed is. “Bedenk dat de natuur de leefruimte van bepaalde soorten is. Vergelijk dat dan eens met jouw eigen leefruimte, jouw huis bijvoorbeeld. Hoe ga je daarmee om? Hoe wil je dat gasten zich gedragen?”
Een andere maatregel ter bescherming van de natuur in de Ostallgäu (Duitsland) is de Wildfütterung in Schwangau. In de winter worden dagelijks meer dan honderd herten gevoerd. Over het hoe en waarom ervaar je als je de Wildfütterung bezoekt.
Op zoek naar de oehoe
De zon verdwijnt inmiddels achter de bergen. Dit is normaal het moment dat je beschermde natuurgebieden, zoals het Faulenbacher Tal, moet verlaten. In de schemering gaan veel diersoorten op zoek naar eten. Zo ook de oehoe.
“Daar komt nog bij dat het nu de baltstijd van de oehoe is,” legt Tom uit, “In de schemering zal het mannetje zich hoorbaar maken.” En dus is februari voor hem een goede maand om te kijken waar de leefgebieden van de oehoe’s zich bevinden. We zien alleen nog de silhouetten van de bomen en lopen langzaam door het bos tot Tom fluistert dat we blijven staan. Een paar minuten later klinkt het warme ‘oehoee, oehoeee’ in de verte. We luisteren nog een tijdje en lopen dan terug. Ik heb geen oehoe gezien, maar voor Tom is dit genoeg: “Ik weet dat ze er zijn en dat het goed met ze gaat.”
Disclaimer: Ik schreef dit artikel in samenwerking met Füssen Tourismus und Marketing. Het enthousiasme dat je leest, is zoals altijd 100% echt.