Lentekriebels: voorjaarswandelen in Pfronten

Je bekijkt nu Lentekriebels: voorjaarswandelen in Pfronten

Een groen dal en witte bergtoppen. Contrastrijker dan in het voorjaar kan het landschap niet zijn. Voor mij is het de mooiste tijd van het jaar om te wandelen in de Allgäu. De frisse lentewarmte, de glooiende weides die bedekt zijn met duizenden paardenbloemen, het uitzicht op de besneeuwde bergen, de eerste knoppen aan de bomen en struiken: er zijn zoveel redenen om de wandelschoenen aan te trekken. In de lente bieden zich vooral wandelroutes in het dal en de ‘middelste’ hoogte in Pfronten aan, zoals naar de Gundhütte en de Burgruine Falkenstein.

Via de Mariengrotte naar de Falkenstein in Pfronten

Als ik de gordijnen open, zie ik een witte massa. Mist. Ik kijk omhoog en zie een ienieminibeetje blauwe lucht. Voor mij genoeg om mijn wandelschoenen aan te trekken en omhoog naar de Burgruine Falkenstein te wandelen. Wie weet heb ik geluk en is het daarboven zonnig. Bij de Vils in Pfronten-Steinach neem ik het steile bospad omhoog. Aan mijn schoenen blijft veel modder kleven – het heeft de afgelopen dagen veel geregend. De natuur heeft het goed gedaan: aan de bomen zitten de eerste frisgroene blaadjes en langs het pad zijn overal bloempjes opgedoken.

De mist wordt dunner naarmate ik hoger kom. Na ongeveer vierhonderd hoogtemeters ben ik plotseling boven de wolken. Goed gegokt. Achter het witte wolkendeken verrijzen de Allgäuer Alpen met onder meer de markante Vilser Kegel, Aggenstein en Breitenberg. Ik wandel verder omhoog en bereik de Mariengrotte. Die bevindt zich in de verticale rotswand aan de zuidkant van de Falkenstein. Ontdekt werd de grot in de 19e eeuw nadat een vrouw hierover droomde en dit meldde aan de toenmalige pastoor van St. Nikolaus. De grot werd ingericht als Lourdesgrot met twee enorme figuren van de hand van de Pfrontense beeldhouwer Theodor Haf.

Een kleine twintig minuten, een paar hoogtemeters en een heleboel traptredes later bereik ik de Burgruine Falkenstein. Het is de ‘laatste droom’ van sprookjeskoning Ludwig II. Na Schloss Neuschwanstein had hij op deze plek graag nog een kasteel neergezet. Met het uitzicht wat je hier hebt, snap ik dat wel. Het Alpenvoorland met de vele meren, de Zirmgrat en de eerste Allgäuer Alpen zijn vanaf hier prachtig te zien. Ik geniet ervan terwijl ik mijn ontbijt eet. Wat een geluksochtend.

Wandeltip: Er gaan verschillende wandelroutes naar de Falkenstein in Pfronten. De 7 kilometer lange Rundwanderung zur Ruine Falkenstein gaat via de Mariengrotte omhoog en via de Manzensberg terug naar het dal. De bijna 18 kilometer lange route Königstraum gaat na de Falkenstein verder over de Zirmgrat naar de Salober Alm en door het Vilstal terug.

Extra tip: een goede manier om erachter te komen of je boven de wolken kunt wandelen, is om ’s ochtends op een van de webcams in Pfronten te kijken.

Fietsen langs deze en andere burchten in Pfronten en omgeving? Dat kan op de Schösser- und Burgenrunde. Ik schreef eerder een uitgebreid artikel over deze fietsroute langs burchten en kastelen in de Allgäu.

Wandelroute in bloei: Gundhütte en Kappeler Höhenweg

De Gundhütte ken ik alleen bedekt met een dikke laag sneeuw, van een van mijn winterwandelingen in Pfronten. Tijd om daar verandering in te brengen! Samen met een wandelvriendin zijn we vroeg in de ochtend gestart in Pfronten-Röfleuten. Het is nog zo koud, dat het gras bedekt is met een laagje rijp en de paardenbloemen dichtgevouwen zijn. Maar daar brengt de zon snel verandering in. Al gauw verandert de rijp in waterpareltjes en kunnen we ver richting Füssen kijken. Boven de Forggensee hangt nog ochtendnevel en het ziet er prachtig uit. We laten de camera’s heel wat klikken en wandelen dan verder op de Edelsberg.

Na ongeveer een uur opent zich het bos en op een frisgroene almweide staat de Gundhütte voor ons. Vanaf het zonnige terras hebben we een heerlijk uitzicht op de Alpen. In het zachte ochtendlicht zijn de contouren van de bergen mooi te zien. We proberen ze te herkennen: de Geistelstein, Hochplatte, Tegelberg…

Na een pauze bij de Gundhütte lopen we verder de Edelsberg op. Ter hoogte van Kappel dalen we via een steil bospad af. Zoals dat wel vaker in het voorjaar is, is het pad flink modderig en we blijven af en toe steken met onze wandelschoenen. We lachen erom en het mooie panorama voor ons maakt sowieso alles goed. Als we bijna weer in het dal zijn, pikken we de Kappeler Höhenweg op. We wandelen door weides vol voorjaarsbloeiers en zo ver we kunnen kijken, zijn de heuvels met een zee van paardenbloemen bedekt. Als we langs een kleine, houten hut lopen, zie ik een bordje ‘Heumuseum’. Ik moet flink wat kracht zetten om de grote schuifdeur te openen. Onze ogen moeten even wennen aan het donker en dan zien we allerlei historische foto’s en oud gereedschap, dat laat zien hoe zwaar het werk van de Pfrontense bergboeren vroeger was. Na dit kleine hoogtepunt wandelen we terug naar Pfronten-Röfleuten.

Een voorjaarswandeling langs de burchtruïnes

Het is een korte wandeling die je echt in elk seizoen kunt maken: van Zell/Eisenberg naar de burchtruïnes en de Schlossweiher. Maar in het voorjaar vind ik de route op z’n allermooist. Waarom? Nou, het voorjaarspektakel begint al na de eerste paar honderd meter. Als je vanaf Zell of de wandelparkeerplaats onderaan de heuvel omhoog loopt en je omdraait, weet je nauwelijks wat je ziet. De weilanden zijn volledig bedekt met paardenbloemen, erachter zie je het idyllische dorpje met de kenmerkende uivormige-kerktoren en daar weer achter rijzen de besneeuwde Alpen op. Niet zo gek dat veel wandelaars meteen op het eerste bankje een kleine pauze inlassen. Ik ook.

Daarna maak ik eerst een kleine omweg naar de Schlossweiher, waar ik de eerste burcht al hoog boven het water zie uittorenen. Tijd voor een klimmetje! De twee ruïnes, Eisenberg en Hohenfreyberg, liggen op iets meer dan 1000 meter hoogte en zijn dus echte blikvangers in het verder lieflijk glooiende Alpenvoorland. De burchten stammen uit de roerige 14e en 15e eeuw en kregen het in de eeuwen daarna zwaar te verduren.  Maar wat er van over is, is vandaag de dag vrij toegankelijk te zien. En dus loop ik vol bewondering tussen de stenen contouren van wat ooit machtige burchten moeten zijn geweest. Overigens is ook hier het uitzicht richting de Alpen fantastisch.

Wandeltip: Er gaan verschillende routes naar de burchtruïnes in Pfronten. Een kort rondje is de Kleine Burgenrunde zu den Zwillingsruinen, een wat langere route is de Drachenblick-Rundwanderung.

Heb je nog geen genoeg van de lente in de Allgäu? Lees dan ook mijn artikel met tips voor de voorjaarsvakantie in Füssen.

Geef een reactie