Stappen door de sneeuw, de stilte ervaren, misschien zelfs wel gemzen zien: winterwandelen is een fantastische ervaring. Hoe je je kunt voorbereiden en welke uitrusting en kleding van pas komt, lees je in dit artikel.
1. Plan je winterwandeling goed
Een mooie winterwandeling begint met een goede planning. Veel gebieden hebben speciale winterwandelroutes, die soms zelfs geprepareerd worden. Dat betekent dat er zoveel geruimd wordt, dat er een goed bewandelbaar sneeuwpad overblijft. Wil je hier geen gebruik van maken? Houd dan rekening met een dikke sneeuwlaag waar je in weg kunt zakken. Check goed van te voren of de hut waar je wilt pauzeren of overnachten ook echt open is. Plan ook alternatieve routes voor onverwachte situaties en weet waar je de route kunt inkorten of afbreken. Controleer vlak voordat je weggaat nog een keer het weer- en lawinebericht. Als je wilt weten hoe de actuele situatie ter plekke is, kun je gebruikmaken van websites waar bergsporters hun ervaringen delen (zoals hikr.org en alpenvereinaktiv.de) of bel met de de lokale VVV of alpiene informatiedienst.
2. Draag warme kleding: laagjes is het sleutelwoord
- De basislaag is een warme, vocht afvoerende onderlaag. Bijvoorbeeld: lang, thermisch ondergoed.
- De isolatielaag bestaat uit een of meerdere warme kledingstukken zoals een fleecetrui.
- De beschermende buitenlaag is wind- en waterdicht. Hiervoor is bijvoorbeeld een gevoerde softshell-jas geschikt.
Soms neem je nog een vierde laag mee voor pauzes of extreem koude dagen: de (nep)donsjas. Deze is vrijwel nooit waterdicht en kan zelfs zo warm zijn, dat je er tijdens het wandelen in gaat zweten. Daar word je extra koud van – vandaar dat je ‘m meestal alleen in de pauzes aantrekt. Ik heb zelf de 3-in-1-winterjas Ribut van Maier Sports*. Die bestaat uit een gewatteerde jas met daaroverheen een ademende, waterdichte jas. Beide kun je ook los dragen: de gewatteerde jas bijvoorbeeld op koude, droge dagen en de waterdichte jas op warmere, natte dagen. In combinatie met een thermoshirt is de Ribut voor mij meestal warm genoeg en anders trek ik nog een midlayer van fleece aan.
Een waterdichte (winter)wandelbroek is handig als je gaat winterwandelen. Sommige zijn gevoerd, bij andere is het prettig om er een thermolegging onder te dragen.
3. De juiste schoenen maken het winterwandelen veel leuker
Trek een goed paar wandelschoenen aan en je kunt heel de wereld aan. Of nou ja, je kunt in ieder geval lekker lang lopen. Welke schoenen heb je nodig voor winterwandelen? Waterdichte, hoge bergwandelschoenen met een stevig profiel in de zool. Dit kunnen prima dezelfde wandelschoenen zijn als die je in de zomer gebruikt. Ik draag mijn Hanwag Tatra II GTX het hele jaar door. Als je op ijs gaat wandelen of graag wat extra grip hebt, kun je gebruikmaken van sneeuwspikes* (grödel). Bij gletsjertochten zijn stijgijzers onmisbaar.
4. Vroeg vertrekken voor je winterwandeling
In de winter zijn de dagen een stuk korter. Houd daar rekening mee als je gaat winterwandelen. Bedenk ook dat de zon aan de noordkant van de berg een stuk eerder weg is dan aan de zuidkant. Voor langere (dag)tochten kan het daarom raadzaam zijn dat je nog voor zonsopkomst vertrekt. Neem een hoofdlamp mee zodat je in het donker toch iets kunt zien. Denk ook aan extra batterijen, want door de kou loopt de accu sneller leeg.
5. Zorg voor een goede conditie
Wandelen in de winter is zwaarder dan in de zomer. Soms moet je flink door de sneeuw ploeteren, soms span je al je spieren aan om op een glad wandelpad rechtop te blijven staan. Bovendien gebruik je door de kou veel meer energie. Na mijn eerste winterwandeling van het seizoen heb ik altijd flinke spierpijn 😉 Zorg dat je een goede conditie hebt voordat je in de winter op pad gaat. In Nederland kun je bijvoorbeeld oefenen door lange afstanden in het zand te lopen.
6. Respecteer de natuur
Geniet met respect van de natuur. Bedenk dat je door de leefomgeving van wilde dieren wandelt. In de winter moeten zij zuinig zijn met hun energie om te kunnen overleven. Als ze schrikken van bergwandelaars en op de vlucht slaan, kan dat hun fataal worden. Blijf daarom altijd op het pad, maak geen lawaai en bekijk dieren van een afstand. In veel wintersportgebieden worden rustzones gemarkeerd: ga hier niet alsnog doorheen lopen. Neem altijd je afval weer mee en pluk onderweg niks. Zo blijft de natuur voor iedereen een fijne plek.
7. Drink en eet voldoende
Door de kou heb ik zelf meestal een stuk minder dorst en honger. Maar bij het winterwandelen is het erg belangrijk dat je goed eet en drinkt, zodat je voldoende energie hebt om te blijven wandelen. Maak je gebruik van een waterzak in je rugzak? Rond het vriespunt is het meestal nog wel mogelijk om hieruit te drinken, maar zodra het veel kouder wordt, kan het water bevriezen. Hiervoor bestaan speciaal geïsoleerde hoezen. Als alternatief kun je een isolatiefles met een warme drank meenemen. Qua eten neem ik graag energierijk, makkelijk te eten snacks mee. Bijvoorbeeld: noten, mueslirepen, crackers en bananen. Het moet vooral snel en makkelijk (met handschoenen) te eten zijn en niet kunnen bevriezen. Een winter-picknick klinkt zo romantisch, maar op dagen dat de sneeuw je om de oren vliegt, is dat niet praktisch. Maar hé, op een mooie zonnige winterdag vind ik het ook heerlijk om relaxed van een stukzelfgebakken bananenbrood met een slok koffie te genieten op een bankje.
8. Oriënteren tijdens het winterwandelen
Als er een dik pak sneeuw valt, zijn wandelpaden, markeringen en bordjes opeens niet of nauwelijks meer zichtbaar. Je moet je dus anders kunnen oriënteren, bijvoorbeeld met een GPS. Houd er rekening mee dat accu’s van GPS en telefoon door de kou sneller kunnen leeglopen. Het is daarom verstandig om als back-up een topografische kaart bij je te hebben.
9. De juiste uitrusting voor je winterwandeling
Met de juiste kleding en schoenen ben je al een heel eind. Onmisbaar in je rugzak zijn verder een EHBO-set, noodbivakzak, zonnenbrandcrème en een zonnenbril. Afhankelijk van het terrein kun je sneeuwspikes of zelfs stijgijzers nodig hebben. Bij een dik pak poedersneeuw kan het handig zijn om met sneeuwschoenen* te gaan wandelen. Voor sneeuwschoenwandelingen en wandelingen in onherbergzaam terrein kan het raadzijn zijn om een lawineset* (lawinepieper, lawineschep en sonde) mee te nemen.
10. Houd het weer in de gaten
Natuurlijk check je het weerbericht voordat je gaat winterwandelen. Houd er rekening mee dat het weer op de berg anders is dan in het dal. Een warme wind in het dal kan een ijzige sneeuwstorm op de berg zijn. Houd ook tijdens je tocht het weer in de gaten want in de bergen kan het snel omslaan. Pas hier eventueel je tocht op aan en zorg dat je weet waar je een wandeling eventueel kunt inkorten of afbreken. Het kan nuttig zijn om je in te lezen over het weer in de Alpen, zodat je tekenen kunt herkennen en een weersomslag niet als een verrassing komt.
Disclaimer: Deze tips deel ik aan de hand van mijn eigen ervaring met winterwandelen. Gebruik altijd je eigen verstand. Elke tocht, situatie en wandelaar is uniek. Ik kan je alleen helpen met algemene informatie over winterwandelen, maar geen verantwoordelijkheid nemen voor specifieke situaties.
[Dit artikel bevat affiliate links (gekenmerkt met *). Als je via een van deze links een bestelling doet, krijg ik daarvoor een kleine commissie. Dit kost jou natuurlijk niets meer dan normaal. Bedankt!]