Als ik ’s ochtends de gordijnen opentrek, kan ik mijn geluk niet op. Alles is met een laagje sneeuw bedekt en glinstert in de ochtendzon. Ik wil naar buiten! Nu het ik het besneeuwde landschap zie, heb ik nog meer zin in winter in het Zwarte Woud. De met dichte bossen bedekte bergen hebben iets extra bijzonders in de winter. En dat ga ik de komende dagen met wandelen en langlaufen ontdekken.
- Op de latten door het Zwarte Woud: langlaufen in Hinterzarten
- Winterwandelen in het Hochschwarzwald
- Freudenstadt: gesticht midden in het Zwarte Woud
- Baiersbronn: genieten aan de poort van Nationalpark Schwarzwald
- Met de ranger winterwandelen door het Zwarte Woud
- In de winter met het openbaar vervoer op vakantie in het Zwarte Woud: Konus
- FAQ – In de winter op vakantie naar het Zwarte Woud
Op de latten door het Zwarte Woud: langlaufen in Hinterzarten
Maar voordat ik naar buiten ga: ontbijt. Terwijl ik in het Hotel Sonne Garni mijn kom zelf samengestelde muesli leeglepel, bekijk ik de langlaufkaart van het Hochschwarzwald. Deze regio in het zuidelijke Zwarte Woud omsluit de hoogste toppen van het middelgebergte, zoals de Feldberg, Herzogenhorn en Belchen. Met een uitvalsbasis in Hinterzarten zit ik aan de voet van een paar van deze bergtopjes in het Zwarte Woud. De goede plek om te langlaufen met uitzicht dus.
Na de laatste slok koffie loop ik naar Sport Maurer om een langlaufuitrusting te huren. Daarna gooi ik alles in de E-Mini. Deze elektrische auto is een van twee deelauto’s in Hinterzarten. Voor €6,90 per uur kunnen gasten de auto huren – met de Schwarzwald Card zijn de eerste drie uur zelfs gratis. Het is even passen en meten met de langlauflatten, maar als alles goed vastzit in het knusse autootje, rijd ik in een halfuurtje omhoog naar de parkeerplaats Am Rinken. De loipe-kaart toont vele kleurige, slingerende langlaufroutes door het Hochschwarzwald. Ik kies de roze slinger,Rinken Loipe, klik dan mijn schoenen in de latten en ga van start.
Een kleine minuut later lig ik al languit in de sneeuw. Opstaan, een stukje glijden en… daar lig ik weer. Terwijl ik om mezelf moet lachen, komen er twee wandelaars naar me toe. Ik sta al op het punt te zeggen dat alles oké is, dat het pas de tweede keer is dat ik ga langlaufen, als de man vraagt: “Wil je een foto van ons maken, graag met de bergen op de achtergrond?” Verbaasd sta ik zo charmant mogelijk op en maak een foto van het stel. Ze bieden aan ook een foto van mij te maken. Soepel glijd ik door de loipe. Ik glimlach. Boem! “Da’s een leuke foto geworden,” lacht de man terwijl ik weer overeind krabbel. Het lachen maakt het niet per se makkelijker.
Na die niet zo soepele eerste meters gaat het prima. De route is als gemiddeld bestempeld en daar kan ik me wel in vinden: het is een fijne route met lichte stijgingen en dalingen. Heuvelafwaarts is het soms oppassen geblazen omdat de paar dagen oude sneeuw soms opgevroren is. Maar het is vooral heel erg genieten! Nu eens glijd ik over de langlaufloipe door de besneeuwde bossen, dan weer met een panorama-uitzicht op de bergen van het Zwarte Woud. Voor een pauze schuif ik aan een lange tafel van het Raimartihof aan. Het warme vlierbloesemsap en de huisgemaakte Bibiliskäse met Bratkartoffeln – de aardappeltjes dip je in het yoghurt-hüttenkäse-mengsel met kruiden – zorgen voor hernieuwde energie. Die ik ook wel nodig blijk te hebben want daarna gaat het best steil bergop, voordat het laatste stukje terug naar de parkeerplaats weer heerlijk relaxed langlaufen is.
Tip: Vanaf het Raimartihof is het 0,6 km lopen naar de Feldsee, een mooi meertje omringd door bos en bergen.
Langlaufen in Hinterzarten: route, praktische informatie, uitrusting huren
- De Rinken Loipe is 8,1 km lang, 149 hoogtemeters. Aangeraden wordt om de route met de klok mee te langlaufen omdat je dan geleidelijke dalingen hebt en de steile helling bij het Raimartihof omhoog gaat.
- Bekijk de langlaufroute Rinken Loipe hier op Komoot.
- In en rondom Hinterzarten starten nog meer langlaufroutes: bekijk het overzicht van de loipes. In deze tool kun je ook routes in het gehele Hochschwarzwald vinden.
- Bereikbaar met het openbaar vervoer: Hinterzarten heeft een treinstation. De Wanderparkplatz Rinken is niet bereikbaar met het OV, maar je kunt vanaf Hinterzarten wel met de deelauto (de E-Mini) erheen rijden.
- Geen eigen langlauf-uitrusting? Bij Sport Maurer in Hinterzarten kun je alles huren. Een set kost €14,- per dag.
Winterwandelen in het Hochschwarzwald
Maar ook voor wie niet op de latten wil staan, heeft het Hochschwarzwald genoeg te bieden. In totaal zijn er 53 winterwandelroutes, die regelmatig onderhouden worden, zodat je er prima met normale wandelschoenen kunt lopen. Omdat ik ’s bij het avondeten al langzaam de spierpijn van het langlaufen voel opkomen, kies ik een middelzware wandelroute uit het boekje: van Hinterzarten naar de Mathisleweiher.
De volgende ochtend is de spierpijn er niet minder op geworden. Maar bij het zien van de zon die over de heuvels piept, sta ik in mijn enthousiasme snel weer buiten met rugzak en wandelschoenen.
Na een paar minuten wandel ik het centrum van Hinterzarten uit, zo het bos in. Nu eens gaat de winterwandelroute door het bos, dan weer tussen de akkers door. Na ongeveer twee uur wordt het bospaadje een stuk smaller en de begroeiing dichter. Tot zich plotseling alles opent en de Mathisleweiher voor me ligt. Het bevroren meertje is omringd door bos en ik hoor niets anders dan een enkele vogel. En het zachte glijden van langlauflatten op de sneeuw, over de loipe die zich aan de rand van het meertje bevindt. Ik ben kennelijk niet de enige die dit een mooi pauzeplekje vindt: aan de oever staan meerdere bankjes. Een goed moment voor een slok warme thee. Na de minipauze vervolg ik mijn route door het bos en vervolgens een stukje door een woonwijk terug naar het centrum van Hinterzarten.
Winterwandeling Mathisleweiher: route en praktische info
- Lengte: 8,9 km
- Hoogtemeters: 167 m omhoog en omlaag
- Moeilijkheidsgraad: gemiddeld
- Bereikbaar met het OV: ja, Hinterzarten heeft een treinstation en verschillende bushaltes. De route begint vlakbij het treinstation.
- Bekijk de route op Komoot
Tip voor horeca en accommodatie in Hinterzarten
- Ik overnachtte Hotel Sonne Garni in Hinterzarten. Het ligt dichtbij het station, het startpunt van de winterwandelroutes en de loipes. Daarom is het een fijne uitvalsbasis voor een wintervakantie in dit deel van het Zwarte Woud, ook voor wie met het openbaar vervoer reist. De kamers zijn modern, maar hebben wel de fijne Zwarte Woud-vibe. Oh, en het uitgebreide ontbijt is heerlijk.
- Het Schwarzwaldhof is een van de Naturpark-Wirte. Dat betekent dat ze gerechten op de kaart hebben staan die voor een groot deel met regionale producten bereid worden. Zo at ik heerlijke patties van Grünkern (een soort halfrijpe spelt) met bergkaas.
- Voor een hapje en drankje kun je ook goed terecht bij Hotel Imbéry. Met 140 jaar is het Gasthaus en van de oudste van de regio. Op de kaart: lokale gerechten met een moderne touch.
Freudenstadt: gesticht midden in het Zwarte Woud
Na de winterwandeling haal ik mijn backpack op in het hotel en stap op de trein het noordelijke Zwarte Woud. Voor een vakantie in de winter kun je namelijk ook heel goed terecht in het Nationalpark Schwarzwald. En voordat ik daarheen ga, breng ik nog een dag door in een van de steden aan de rand van het nationaal park: Freudenstadt. Als ik na een treinrit van ongeveer drie uur in de stad aankom, is de schemering net begonnen. Ik eet nog een hapje bij Osteria D’Orazia, wandel een stukje door de verlichte stad en plof dan in m’n bed.
Van zompig niemandsland tot vreugdestad in het Zwarte Woud
De volgende dag begint met een indrukwekkend ontbijt van huisgemaakte lekkernijen bij Gästehaus am Park. Als je daar geen energie van krijgt! En die kan ik wel gebruiken want voor me ligt weer een hele dag (winter)wandelen in het Zwarte Woud. Ik loop naar het VVV van Freudenstadt, waar gids Sandra Genkinger al op me staat te wachten. “Zullen we beginnen op de toren van het stadhuis?” vraagt ze. Altijd leuk om eerst van bovenaf op een stad te kijken voordat je er doorheen gaat wandelen. Tijdens de openingstijden van het stadhuis, kan iedereen bij Bürgerservice de sleutel van de toren halen om te genieten van het uitzicht. Vanaf hier zie je goed, dat Freudenstadt midden in het groen ligt: aan de ene kant het Nationalpark Schwarzwald, aan de andere kant eerst een vlakker gebied met daarachter de Schwäbische Alb.
Vanaf de 43 meter hoge toren zie je ook de enorme dimensies van het marktplein. “Met 219 bij 216 meter is het het grootste marktplein van Duitsland,” vertelt Sandra. De plattegrond ervan werd naar voorbeeld van het eeuwenoude Molenspel ontworpen. “De oprichter van Freudenstadt was hertog Friedrich I van Württemberg,” vertelt Sandra, “Hij koos deze plek voor zijn nieuwe residentsstad omdat hij ‘m zo mooi vond.” Zijn bouwheer verklaarde hem voor gek want er was niks om te bouwen, hier was alleen maar bos en bovendien waren er ook geen mensen. Dat loste de hertog op door protestantse vluchtelingen uit Oostenrijkse deelstaten grond en bouwmateriaal (er was immers genoeg hout) te bieden. Sandra en ik lopen ondertussen weer de trap naar beneden. Terwijl we daarna door de zeer rechte (want: geplande) straten met gekleurde huizen wandelen, vertelt Sandra nog veel meer over de stadsgeschiedenis. Een turbulent verleden, zo kan je het wel noemen. En bovendien is ongeveer 90% van wat je vandaag de dag in Freudenstadt ziet, opgetrokken tijdens de wederbopbouw na de Tweede Wereldoorlog want in de oorlog bevond zich hier een belangrijk knooppunt dat op het laatste moment door de Fransen werd gebombardeerd. Met groot engagement van de burgers zelf is de stad geworden tot wat hij nu is.
Schwarzwälderkirschtorte bij café Friedrichs am Kienberg
Na de stadswandeling lopen Sandra en ik richting de Hausberg van Freudenstadt: de Kieberg. Deze autovrije heuvel is een geliefde wandelplek voor de inwoners van de stad. Een van de start- of eindpunten van de wandelingen is vaak het café-restaurant Friedrichs am Kienberg. Ik neem de eerste hap van het enorme stuk Schwarzwälderkirschtorte. Mmmm! Ik proef de zachte cake met een lichte chocoladesmaak, het knapperige biscuit op de bodem, de volle roomlagen ertussen, het zoetzure van de kersen en dan het licht prikkelende Kirschwasser. “En die ingelegde kers hoort er traditioneel gewoon op, hè,” lacht Sandra, “Ook al vinden we dat nu soms een beetje ouderwets.” De taartpunt kan prima door voor een lunch. Maar wie nog meer trek heeft, kan in het ruime met veel hout ingerichte restaurant ook Badische Vesper, een soort tussenmaaltijd die wel iets weg heeft van een borrelplank, bestellen.
Winterwandeling op de Kienberg in Freudenstadt
Vol Schwarzwälderkirschtorte-energie beginnen we daarna aan onze winterwandeling op de Kienberg. Dat het bos hier zo mooi is, heeft ermee te maken dat het een Plänterwald is. Sandra legt uit wat dat betekent: “Hier worden alleen de bomen gekapt, die daadwerkelijk ook weer teruggroeien.” Het bos is daarom erg dicht en op sommige plekken staan sparren van wel eeuwen oud. Sandra zoekt de mooiste paadjes uit, zoals de Baldenhofer Graben. Aan het begin van de 17e eeuw werd hier een irrigatiegreppel aangelegd om water uit de Lauterquelle voor de bewatering van weides te kunnen gebruiken. Vandaag de dag wandel je hier over een smal, idyllisch wandelpad dwars door het bos. Het is heerlijk wandelen. Af en toe vallen de zonnestralen tussen de bomen door op het wandelpad en laat het laagje sneeuw glinsteren. Na een kleine tien kilometer wandelen we weer de stad in.
Praktische informatie: Onze wandeling was 9,4 kilometer lang (250 hoogtemeters) en kun je hier op Komoot bekijken.
Baiersbronn: genieten aan de poort van Nationalpark Schwarzwald
Aan het einde van de middag stap ik met bagage en al in de S-Bahn van Freudenstadt naar Baiersbronn. Weer valt me op hoe goed de verbindingen met het openbaar vervoer tussen de plaatsen in het Zwarte Woud zijn. Na een klein kwartier worden de huizen steeds sporadischer en het aantal bomen groter. In Baiersbronn stap ik uit. Een groot deel van het Nationalpark Schwarzwald ligt in de gemeente Baiersbronn. En daarom is deze plaats bij uitstek geschikt om te gaan winterwandelen in het Zwarte Woud. En dat zal ik morgen dan ook gaan doen.
Maar voor het zover is, check ik in bij Hotel Rosengarten en kan daar zo voor het avondeten aanschuiven. En wat voor eten. Hotel Rosengarten is een van de partnerbedrijven van het Nationalpark Schwarzwald. Dat betekent onder meer dat ze aan bepaalde duurzaamheidscriteria moeten voldoen, maar ook voor het grootste deel met producten uit de regio koken. Voor chef Friedrich Klumpp is dat geen probleem want dat deden ze eigenlijk altijd al. “En ik heb een zwak voor wilde kruiden,” vertelt hij, “Het plukmoment, zo in de zomer aan het einde van de dag als het nog net licht is, is een moment van rust.” En vervolgens kookt hij daarmee de lekkerste dingen, zoals Knödel met paddenstoelen en verse kruiden. Of een van zijn specialiteiten: parfait met sparrentopjes. “Sparrentopjes zitten vol vitame C en smaken een beetje citroenig,” vertelt chef Klumpp. “Je kunt er siroop van maken, of pesto, of in ijs verwerken, zoals mijn signature dish: de parfait.” Die parfait, die heb ik geproefd en kan ik iedereen aanraden. De bijzondere, verfijnde smaak herinnert aan bos en smaakt nog lekkerder op een plek die echt midden in de natuur van het Zwarte Woud ligt.
Met de ranger winterwandelen door het Zwarte Woud
Omdat Baiersbronn zo midden in de natuur ligt, kun je prima vanuit de plaats zelf gaan winterwandelen. Of je neemt een van de bussen die je naar het hart van het Nationalpark Schwarzwald brengen: de Ruhestein. Dat doe ik want op mijn laatste dag in het Zwarte Woud ga ik samen met een ranger op pad in het nationaal park.
Bij de bushalte Ruhestein staat Lukas Schmidt samen met een vrijwilliger al te wachten. We stappen in de volgende bus naar de Schliffkopf, waar onze winterwandeling door het Nationaal Park Zwarte Woud start. We hadden vandaag geen betere plek kunnen treffen. Het is zonnig en helder, waardoor we vanaf het natuurgebied bovenop de berg heel ver kunnen kijken. “Zie je die besneeuwde toppen daar in de verte?” vraagt Lukas. Achter het dal liggen inderdaad witte topjes. “Dat zijn de Vogezen en…”, hij draait zich om naar de andere richting, “Daar kan je bij nog helderder weer zelfs de Alpen zien.” Zo’n fantastisch begin van de winterwandeling, dat kan toch eigenlijk niet beter worden.
Toch wel. Een heel stuk wandelen we over de bergrug naar het topje van de Schliffkopf op 1055 meter. Hier bovenop de berg zijn de bomen bedekt met een laagje sneeuw en ijs – sprookjesachtig mooi. En waar de bomen even plaats maken, hebben we steeds weer zicht op bergachtige winter wonderland van het Zwarte Woud. Bij een paar dennenappels in de sneeuw staan we stil. “Dit is het werk van de specht,” en Lukas wijst naar een dennenappel die tussen de boom geklemd zit, “Dat doen ze zodat ze de zaadjes makkelijker eruit kunnen halen.” Het is leuk om met een ranger op pad te zijn want zo zie je veel meer. En krijgen dingen een naam, zoals het Grindenlandschaft. Dat is ontstaan doordat boeren hier vroeger hun kuddes lieten grazen. Het gevolg is een weids, open landschap met lage struiken en een arctische flora en faune die om kan gaan met de voedselarme bodem. In de winter hebben flora en fauna het extra zwaar. Daarom is het volgens Lukas juist nu zo belangrijk om op de paden te blijven: “Als een dier schrikt en vlucht, gebruikt het heel veel energie. Misschien zelfs wel teveel om te kunnen overleven.” En op de paden is het zo mooi, dat er ook geen reden is om er vanaf te wijken.
Tip: Wie nog meer over de bijzondere natuur van het Zwarte Woud wilt leren, bezoekt daarvoor het Nationalparkzentrum Schwarzwald. Het gloednieuwe en indrukwekkende gebouw, dat een door storm geveld bos moet voorstellen, is een voorbode van wat je binnen te wachten staat. Je wandelt letterlijk en figuurlijk steeds dieper het Zwarte Woud in en kunt met de interactieve tentoonstelling meer ontdekken over de onderwerpen die jij interessant vindt.
Winterwandeling Nationalpark Schwarzwald: route en praktische info
- De sneeuwschoenroute Ruhestein – Schliffkopf is 4,6 km (185 m omhoog, 99 m omlaag)
- Wij wandelden de route in omgekeerde richting omdat de busverbinding heen perfect aansluit. Zonder sneeuwschoenen omdat de laag sneeuw niet dik genoeg was.
- Bereikbaar met het OV: ja, van Baiersbronn naar Ruhestein met bus 200. Tussen de Schliffkopf en Ruhestein rijdt bus 100. (Hier kun je de kaart met busverbindingen in het Nationalpark Schwarzwald downloaden, PDF)
- Ik wandelde daarna nog van Ruhestein naar de Darmstädter Hütte. Bekijk mijn volledige winterwandeling in het Nationalpark Schwarzwald op Komoot.
- Regelmatig worden er wandelingen en excursies met rangers aangeboden. Bekijk ze in de evenementenkalender van het Nationalpark Schwarzwald (Duitstalig).
In de winter met het openbaar vervoer op vakantie in het Zwarte Woud: Konus
Zonder eigen auto op vakantie: het kan prima in het Zwarte Woud. Ook in de winter kun je goed met het openbaar vervoer door het Zwarte Woud reizen. Er is de afgelopen jaren flink in nieuwe trein- en busverbindingen geïnvesteerd. Niet alleen tussen de grotere plaatsen rijdt er openbaar vervoer, je kunt zelfs heel diep het Nationalpark Schwarzwald in met de bus. En zelfs vrij regelmatig!
Als je in een van de deelnemende plaatsen overnacht, krijg je na het betalen van de toeristenbelasting de KONUS-Karte. Hiermee kun je vrij met het openbaar vervoer door het hele Zwarte Woud reizen, zowel in de zomer als winter. Zelfs de rit van Hinterzarten naar Freudenstadt kon ik hiermee maken. Let op: de kaart geldt voor regionale bussen en treinen en niet op IC’s en ICE’s.
Een overzicht van mijn reis:
- Trein Haarlem – Hinterzarten: ongeveer 9 uur en 3 keer overstappen
- Trein Hinterzarten – Freudenstadt: 3,5 uur en 3 keer overstappen met KONUS. Alternatief kun je de ICE van Freiburg naar Offenburg nemen, dan betaal je de ICE zelf. De reist duurt dan een kwartier korter en je stapt 2 keer over.
- S-Bahn Freudenstadt – Baiersbronn: kwartier zonder overstappen met KONUS
- Baiersbronn – Haarlem: ongeveer 8 uur en 3 keer overstappen
FAQ – In de winter op vakantie naar het Zwarte Woud
Het Zwarte Woud is een middelgebergte en daardoor niet sneeuwzeker. Mij werd verteld dat je de meeste kans op sneeuw hebt in januari en februari. Het meest sneeuwzeker zijn de hogere gebieden, zoals rond Hinterzarten en in het Nationalpark.
Ik vond zowel Hinterzarten als Baiersbronn een goed startpunt voor winterwandelingen en langlaufen. Leuke plaatsen, dichtbij de natuur en goede ov-verbindingen.
Ja! Veel plaatsen in het Zwarte Woud hebben goede ov-verbindingen met trein en bus. De verbindingen zijn ook in de winter vrij regelmatig (bijv. eens per uur) en je komt ook ver de natuur in. Met de KONUS-kaart reis je zelfs gratis door het hele Zwarte Woud.
Het Zwarte Woud is heel geschikt voor winterwandelingen en langlaufen. Beide activiteiten kun je al met een klein beetje sneeuw en daarom bijna de hele winter doen. In het Zwarte Woud vind je 2000 km aan langlaufloipes en bijna 1000 km winterwandelroutes. Buitenmensen kunnen hun hart ophalen!
Disclaimer: ik werd voor deze reis uitgenodigd door Schwarzwald Tourismus. Het enthousiasme dat je leest, is zoals altijd 100% dat van mij.